Robbin’ the liquerstore

Met vakantie in een moslimland, en hoe zit dat en met mijn glaasje wijn? Wel, ik kan alle drinkers geruststellen: alles is hier verkrijgbaar. Zoals in alle goeie religies is ook hier hypocrisie een deugd.

Aqaba is voor Jordaniërs wat Luxemburg is voor ons: er is geen bal te beleven, maar alcohol is er goedkoop (tax free zone). Op elke straathoek vind je hier een slijterij, en die zijn er echt niet alleen voor de buitenlanders. In de toeristenrestaurants kan je wel een glas of een fles wijn bestellen, maar dat kost je al gauw een arm een een been. Dankzij de liquor stores kan je je hier voor 5JD een oog uitdrinken.

Discrete heupflesjes zijn populair. Erg handig voor wie ’s avonds bij een theetje een beetje westers wil socializen. Een halve liter Amstel pils kost hier 1,35JD. Je krijgt er een zwart plastic zakje bij, zodat je niet aanstootgevend hoeft te wezen met je pintje op een bankje in de zon. Zoals gezegd, hier in Aqaba is buiten zon, zee en wat leuke travelers geen f*ck te beleven, dus je hangt wat rond in de zon en je geeft je ogen flink de kost. Bedankt Jimmy Corfu voor al deze leuke weetjes.

Terug naar onze B’dul uit Petra. Deze Bedoeïenenjongens zitten bijna allemaal in de toeristenbusiness, en om de stress een beetje te bekampen gaan er dagelijks wel een stuk of wat glaasjes door. Geregeld wordt er naar Aqaba gereden om een voorraad Petra bier, arak (raki) en ander spul in te slaan. Inkopen doen, tentje opslaan op het strand, feestje bouwen met de vrienden en -met wat geluk- wat meisjes uit den vreemde. Veel geluk aan alle diva’s en deernes die deze boys hopen te domesticeren.

Aan alle vrienden en vriendinnen, piraten, prinsesjes en wild cards: een fijn en gezond 2019 toegewenst!

https://g.co/kgs/MVjjTu

Taxi uit, jeep in, off to Wadi Rum.

Aqaba

Zakaia Home, een fijne pleisterplaats voor fijne mensen. Op amper een uur van Petra heb je zon-garantie. Uit de wind is het hier makkelijk 23 graden, terwijl ik het gisteren nog met 15 moest stellen.

Dit is het enige hostel in de stad. Er is geen luxe, maar de bedden zijn prima en de ontvangst is bijzonder hartelijk. Het publiek is gemixt, er wordt hier niet gediscrimineerd op leeftijd, kleur of geslacht. Je komen hier mensen tegen die bijvoorbeeld weten hoe oud Burckhardt is geworden en waar hij begraven is.

Kreeg net telefoon: ik word verwacht op South Beach. Toedeloe!

Petra

Op zoek naar de bron van de Niger, stootte Johann Ludwig Burckhardt in 1813 op Abu Simbel. Een jaar eerder had hij Petra ontdekt.

Dat ging niet zonder slag of stoot. Waarschijnlijk uit verveling heeft de man na zijn studies Arabistiek in Cambridge het Verenigd Koninkrijk achter zich gelaten om naar Aleppo te verhuizen. Hij bekeerde zich tot de islam en liet zich voortaan Sheikh IbrahimBin Abdullah noemen.

Ibrahim vond het maar wat leuk om zich te vermommen als bedoeïen en op avontuur te trekken. Nu, wie in een zeer rijke familie geboren wordt, kan zich sowieso al iets meer permitteren. Op zijn exploten had hij gehoord over schitterende ruïnes in de bergen van Wadi Musa, vol oude verborgen schatten. Om er toch maar bij te raken, deed hij zich voor als een pelgrim die het graf van Haroun bezocht aan de andere kant van het gebied, de rest is geschiedenis. Lees het volledige verhaal gerust eens na op de site van Cambridge.

https://www.cam.ac.uk/research/news/the-man-who-discovered-a-‘lost’-wonder-of-the-world

Ja, natuurlijk waren dat magische tijden. Voor sommigen toch. Tegenwoordig zou het niet meer mogelijk zijn. Othman, mijn host, herkende de Afrikaanse speelgoedverkoper uit Amman op de foto. Hij komt uit Soedan? Dat klopt. En hij werkt in hotel zus-en-zo? Dat klopt ook. En hij gaat vaak naar Egypte. “Ik ken dat hotel”, zei Othman. “Het is een heel duur hotel, maar hij wordt er slecht behandeld. Wat wil je, hij is een arme man die zonder iets naar hier is gekomen.” De droom van een beter leven is voor iedereen verschillend.

De bevolking in Jordanië bestaat voor meer dan de helft uit vluchtelingen, voornamelijk uit Palestina (wegens de zesdaagse oorlog in 1967) en recentelijk ook uit Syrië. Straf om in dit interview te lezen hoe de regering met de campagne “Jordan First” probeerde de verschillende bevolkingsgroepen hier te doen samenleven. Wat een contrast met hoe er in Europa over migratie gesproken wordt. Walter Zinzen zegt daar bij MO magazine allerlei rake dingen over.

Mijn – geprivilegieerde – situatie maakt dat ik af en toe het land uit kan, op zoek naar wat schoonheid. Dat kan dicht bij huis, als er weinig geld is. Of thuis. Een boek lezen kost niets. Maar nu ben ik dus in Jordanië, waar niets gratis is.

Is 60JD veel geld voor 3 dagen Petra? Ja. Wie slim is, koopt thuis een Jordan Pass. Geen idee of je daarmee ook 3 dagen na elkaar binnen mag.

Het mooiste van Petra, van Al Khazneh, is de weg er naartoe. Boek een 4-wheel-drive en laat je afzetten aan de weg naar Al Deir (Entry “The Monastery”).

Het loont de moeite om dat beetje extra te betalen om niet helemaal van het bezoekerscentrum naar boven te moeten klimmen en terug. Zelfs piepjonge, fitte mensen zagen er toch maar vermoeid uit op dat pad. Doe jezelf een plezier en neem de makkelijke weg naar boven om dan de steile trappen af te dalen, Petra te bezoeken en af te sluiten met een royaal buffet in het Mövenpick tegenover het bezoekerscentrum.

Dit is het zicht als je van het bezoekerscentrum komt. Je volgt met honderden andere bezoekers het aangelegde pad tussen de prachtige rotsformaties. Opgepast voor het voorbijrazende verkeer.

Wanneer je via de ingang “Monastery” gaat, start je met een schitterende klim door een grillig landschap, waar je met een beetje geluk geen andere mensen tegenkomt, een verkoopster niet te na gesproken. Het traject bestaat afwisselend uit trappen en veilige en minder veilige paden. Als je hier alleen bent, is de stilte indrukwekkend. De wind en hier en daar een vogel is alles wat je hoort. Prima voor de contemplatieve mens. Ik laat de foto’s voor zich spreken.

Al Deir trekt opmerkelijk minder bezoekers. Nochtans kan je hier rustig op een bankje genieten van het uitzicht dat niet moet onderdoen voor Al Khazneh.

De sjaal kocht ik onderweg hier naartoe voor 5JD, ik ben er blij mee.

Petra is bevolkt met klonen van Jack Sparrow, maar dan op een ezeltje, een kameel of in een 4×4. Ze zijn volstrekt ongevaarlijk en hebben fijne humor, deze Pirates of the Desert.

Deze jongens zijn de zonen en kleinzonen van de Bedoeïenen, de oorspronkelijke bewoners van Petra. In de jaren ’80 is de regering begonnen met de Bedoeïenen huizen aan te bieden. De helft ongeveer koos voor een vaste plek met elektriciteit en warm water in Wadi Musa en op andere plaatsen. Een deel woont nog in Petra zelf. De meeste Bedoeïenen werken in de toeristische industrie in Petra, dat was part of the deal.

Toch even een paar foto’s van hoe het 100 jaar geleden was. De stof wordt nog steeds gebruikt voor tenten in Wadi Rum en als decoratie in toeristische logies. Rood, zwart en wit, erg aangenaam.

Een keuken in Petra

Live

Vijf dagen zonder chocolade, dat doet wat met een mens. De taille neemt af, en de goesting neemt alleen maar toe. Helaas, hier in Jordanië vind je geen éclairs of Brusselse wafels met slagroom, croissants met banketbakkersroomfantasieën, zelfs geen praline.

Gelukkig is Nutella wereldwijd verkrijgbaar en staat het ook in de keuken van Othman. Dit is Othman met zijn kat Nunu. De kat is alvast fan van mij.

Pannenkoeken met Nutella was het plan, maar na drie mislukte pogingen in twee verschillende pannen, heb ik maar beslist om een omelet met paprika te maken. Het is uiteindelijk eerder een soort roerei geworden.

Ik hou het bij Nescafé oploskoffie, want ik lust helemaal geen eieren. Hopelijk Othman wel 🙂

Update: veel gepruts in de keuken voor niks. Op naar Petra! (maar eerst langs de bakker)

Één van de oudste beeldjes ter wereld

Voilà. Zo ziet het eruit. Gipsen beelden met vanbinnen twijgen en stro, met dramatische ogen in zwart teer (bitumen). 8000 jaar oud. De AinGhazal beelden dateren van voor de mens kon pottenbakken.

Wie het dichter bij huis wil zoeken: er staat er eentje in het Louvre. In het Louvre Abu Dhabi staat er ook eentje, maar met twee hoofden.

Dit beeld staat in het Archeologisch Museum bij de citadel. Dat was een verrassing, want ik dacht dat ze samen met de Dode Zee rollen verhuisd waren naar het nieuwe Jordan Museum, geopend in 2014. Daar moet ik zeker nog geraken voor ik terugvlieg.

Wie waren de Nabateeërs, de makers van deze beelden? Ik zal hen straks nog tegenkomen , want zij zijn ook de bouwers van Petra, hun hoofdstad. Het Nabateïsche koninkrijk werd in het jaar 106 overgenomen door de Romeinse keizer Trajanus.

Straks meer, we zijn net in Petra gearriveerd.

Kerst in Amman

Buiten drukte en auto’s is er in Amman ook wel echt wat te zien: het Romeins theater en de citadel met bijbehorend museum zijn een must. Het automuseum en het Jordan Museum doe ik misschien wel op de weg terug naar huis, op dinsdag zijn de musea hier gesloten.

Gebouwd in de tweede eeuw, plaats voor 6.000 toeschouwers, en nu een speeltuin voor de plaatselijke jeugd. En vandaag ook voor mij.

Voor het theater ligt een gigantisch plein, met in de vier hoeken boompjes met zitplaatsen errond. Het is er een gezellige drukte met toeristen die af- en aanlopen, moeders die hier even bijkletsen terwijl hun kroost zich uitleeft. Je ziet er verkopers van koffie, thee en water, shisha’s, speelgoed en prullaria.

Op één van de bankjes zat een bont gezelschap thee te drinken die bijzonder lekker rook. Voor ik had uitgevist waar ze die thee gekocht hadden, was er al iemand vertrokken om voor mij een bekertje te halen. Niet gaan zitten en een praatje slaan was nu natuurlijk geen optie meer.

Een lekker theetje dus, op een bankje op een plein in Amman, Jordanië. In de zon. Met drie jonge vrouwen met een hoofddoek zoals ik die uit Brussel wel ken, maar ook met twee vrouwen van wie het gelaat volledig bedekt was. Het soort sluier dat in België niet mag. Het soort sluier dat allerlei vragen oproept, emoties en heftige (voor)oordelen, ook.

Toeval was dat natuurlijk niet. Ik had ze van ver al gespot, en eerlijk gezegd verbaasde het me hoe benaderbaar ze waren. Communicatieproblemen werden opgelost door de drie nichtjes en de jonge kroost. Één van de dames had zes kinderen, en de oudste zonen spraken voldoende Engels om het gesprek op gang te krijgen. Ik leerde de kleinsten wat Engelse woordjes, en werd er weer aan herinnerd hoe druk kinderen kunnen zijn. Een kleuterjuf is er aan mij niet verloren gegaan, zoveel is zeker.

Na de thee vroeg ik de drie jongedames mee naar het Romeins theater. Fun! Selfie time! Met brilletjes en sterretjes en hartjes en al! Met een Romeins bouwwerk als decor! Helemaal tot boven klefferen, graffiti op een deur zetten, meer foto’s maken, Facebook en Instagram uitwisselen, coole gasten spotten en tot de conclusie komen dat ze er te goed uitzien om hetero te zijn, hun liedjes filmen, en ook in de rapte een museum bezoeken. En als ze thuis vragen wat je gedaan hebt, dan ben je naar het museum geweest.

Opeens stormde de hele bende naar beneden. Bleek dat een tante beneden teken had gegeven dat het genoeg geweest was.

Toen ik vroeg of er iemand nog mee naar de citadel wilde, bleek dat het etenstijd was. Vandaar de grote haast natuurlijk. Shwarma? Zeker wel. Beste shwarma ever. Alles smaakt beter met kerst in de zon. Zelfs Pepsi uit een plastic bekertje.

Google Translate leerde mij dat er van bijdragen voor het eten geen sprake kon zijn. En dat de gezichtssluier een persoonlijke keuze is. Dat agnost of atheïst zijn prima is. Religie is opium voor het volk, maar vandaag denk daar even niet aan. Zij laten mij zijn, ik laat hen zijn. Maar van Roaa kreeg ik nog deze selfies cadeau. Even de sluier van de tante geleend. Ik mag Roaa wel.

Bonus: pics van de citadel en van eten in Amman. Peace to all.

Jordanië 2018-2019

Tweeduizendachttien was een goed jaar. Is dit weer een jaarlijkse nieuwjaarsbrief? Misschien. Ik denk dat de meesten onder ons op het einde van een jaar de balans opmaken, snel of heel bewust. Om dan een nieuwe start te nemen, al dan niet met goede voornemens. Ikzelf heb er maar één: precies zo verder doen als afgelopen jaar, maar wel proberen om bij dezelfde werkgever te blijven. Ik zit goed, nu. En wat goed is, moet je bijhouden, toch? 

Ik vertoef in het Midden-Oosten. Mijn gezelschap is internationaal: de Jordaanse chauffeur, en een Indische, Amerikaanse en Japanse toerist (uit Kobe, Stefanie!). We zijn op weg naar een paar Romeinse sites rond Amman. Een druk programma, maar we zijn niet anders gewend. 

Amman katapulteert me terug naar Caïro, 1993. Ik was toen een jonkie van net geen 20 jaar oud. 6 weken op reis door Egypte, zo goedkoop mogelijk. Wie met weinig geld reist, heeft een andere blik. Heeft die ervaring mij zo gevormd dat ik nu, 25 jaar later, nog steeds min of meer op dezelfde manier reis? Ok, een duur daguitstapje met een gedeelde taxi kan er nu wel al eens van af, maar de essentie blijft hetzelfde. Geen luxueuze bubbel, maar eenvoud. Belangrijk: praatjes slaan. Noem het een illusie, ik denk graag dat ik daarmee door de bubbel breek. 

Amman, dat is precies één grote autosnelweg. Wie al over Brussel klaagt, mag hier eens komen kijken (en ruiken). Zonder taxi geraak je niet door de stad, die op 8 heuvels is gebouwd. Uber is misschien niet legaal, de prijzen zijn laag en de app is uitstekend. Bonus: de praatjes zijn authentieker, want iedereen ubert in bijberoep. Tip: een plaatselijke simkaart met voldoende data en belkrediet kost 16 JD en koop je bij Zain op de luchthaven. 

Duurzaamheid geldt hier enkel voor meubels. Net zoals dat vroeger in België gedaan werd, zijn kasten vanbinnen met krantenpapier beplakt. Hoewel ik een Ikea gespot heb, is alles hier meestal oud. En vuil. Voor wie in de bubbel reist, moeten de toiletten op de site in Jerash een nachtmerrie zijn. Wie smetvrees heeft, blijft beter thuis. 

Ecologie is hier de laatste zorg. Overal enkele beglazing, airco in de zomer, terrasverwarmers in de winter. Stinkende, oude auto’s, ook al hebben we hier net een Tesla gespot. Een witte. Mijn avondeten gisteren was niet bepaald plasticvrij. verse sapjes komen in plastic bekertje, met deksel en rietje. Plastic bestek bij de falafel en de foul, natuurlijk. En een gedekte tafel bij Hashem is er eentje met een nieuw laagje ultradunne plasticfolie.

Wie schoonheid zoekt, moet het in het dagdagelijkse proberen vinden. De soeks, steegjes, winkeltjes. De beste verkopers werken hier. Een plezier om vanaf een veilige afstand te kijken hoe ze er in slagen om toeristen die alles al hebben toch nog dat leuke olielampje te verkopen.

Ondertussen is het halféén en hebben we al twee historische sites achter de kiezen. Een foto met Romeinse karrensporen in Jarash en het kasteel van Adjlun, nog gebouwd tegen de invasie van de kruisvaarders.

De zuilen bewegen als je er tegen duwt, zoals dit truukje met een lepeltje toont. Schijnt dat de Romeinen lood in de zuil goten om de stukken bijeen te houden. Daar heb ik niks over kunnen terugvinden, wel over de ondergang van het Romeinse rijk door loodvergiftiging. Interessante hypothese, maar ze zou niet kloppen.

Ook prima om je afstuderen te vieren, zo’n Romeinse site. In Jordanië is 98% van de bevolking geletterd, het onderwijs deed er het afgelopen decennium een flinke inhaalbeweging. Deze juffrouw stond er met twee vriendinnen en een fotograaf met een degelijk toestel, ze liet zich de aandacht welgevallen.

Opmerkelijk: homoseksualiteit is hier legaal en mag vanaf je 16de. Is er een verband met de scholingsgraad? Ik ben geneigd te denken van wel.

Dit is het kasteel van Ajlun.

Dit is Umm Quais met zijn prachtig zicht op de Golan-vlakte. De akoestiek in het theater is van topkwaliteit. Je kan op normale toon spreken, de hele zaal hoort je. Slimme jongens, die Romeinen. Voor ze gek werden van het lood toch.

Ik sluit af met enkele foto’s van fashion uit de soeks.

Tip voor wie rustig bij een theetje over WiFi wil bloggen in Amman: neem een Uber naar Rainbow Street. Massa’s upmarket eettenten hier.